Economische factor turf
Reeds in 1795 was er al een energiecrisis.
Strooien schoenen (Afb. 2) beschermden de koetsiers op koude dagen als ze naar Braunschweig reden.
Door de nieuwe treinverbinding was het de moeite waard om steenkool uit het Roergebied te transporteren. Dit was een betere oplossing voor het energieprobleem. Het was echter nadelig voor de turfwinning. Om deze situatie te verbeteren werd de turf nu geperst. Als de geperste turf, ook zwarte turf genoemd, niet droog genoeg was voor gebruik of in de eerste winter verkocht moest worden, werd het in turfhopen opgeslagen. Vanaf 1960 werden de meeste verwarmingen op olie omgeschakeld en daardoor verloor de turf als brandstof zijn betekenis.
Video: Gifhorner Presstorf GmbH
Een grote werkgever
Na de Tweede Wereldoorlog ontbrak er overal brandstof. Turf als brandstof werd in die tijd door vele kleine en grotere bedrijven gewonnen, sommigen met meer dan 1.500 werknemers. Pas later kwam de opgang en ontwikkeling van industriële bedrijven in het gebied van Gifhorn-Wolfsburg, om zo de grote aantallen vluchtelingen en verdrevenen te kunnen integreren. In het Grote Moeras werd nog steeds met de hand gewerkt, witte turf, ook wel vossenturf genoemd, werd afgestoken en voor transport op een wagon gelegd. (Afb. 4). Om het te laten drogen moest de turf gekeerd worden (Afb.5). Vossenturf was erg geliefd bij hobby-tuinders.
5 Miljoen paarden hadden turf nodig.
Geen groentes uit de supermarkt zonder turf.
Links naar andere stations in het museum
<1> <2> <3> <4> <5> <6> <7> <8> <9> <10> <11> <12> <13> <14> <15> <16> <17> <18> <19> <20> <21> <22> <23>